De opleidingen civiele techniek krijgen steeds minder studenten. Hoe kan dat nou toch? Het is immers zo’n mooi vak!
Laat ik eens vertellen hoe dat bij ons in zijn werk gaat.
Ik werk bij een middelgroot advies- en ingenieursbureau. Toen ik aan mijn studie begon, heb ik bewust gekozen voor, zoals het toen nog heette, Weg- en waterbouw. Via stages bij een ingenieursbureau en een aannemer, en via banen bij een gemeente, een groot landelijk ingenieursbureau en een grote landelijke aannemer, uiteindelijk hier terecht gekomen. Mijn rugzakje zit dan ook aardig vol met ervaring uit verschillende hoeken.
En het mooie aan zo’n vol rugzakje is, dat je jonge collega’s kunt helpen bij hun eerste stappen in de civiele techniek. Want vaak, als er stagiaires of net afgestudeerde studenten bij ons binnenkomen, hebben die een (zeer) beperkt beeld van wat civiele techniek in de praktijk nu eigenlijk inhoudt. Of wat het nu is dat een ingenieur de hele dag uitvoert.
Mijn hoofdtaak is het schrijven van bestekken op het gebied van grond-, weg- en waterbouw. Concreet: de herinrichting van een woonstraat; de voorbelasting voor een woningbouwproject in het centrum van de stad; de rioolvervanging op een druk marktplein; tot aan het ophogen met licht ophoogmateriaal van een complete woonwijk die meer dan een halve meter verzakt was, inclusief herleggen van alle kabels en leidingen en het complete riool.
Over variatie dus niets te klagen. Maar altijd een project in de openbare ruimte. Een project dus dat je daadwerkelijk kunt zien en voelen als het uitgevoerd is!
En denk nou niet dat je dat alleen moet doen. Je werkt altijd in een team. Met een projectleider die de lijnen uitzet, een ontwerper / tekenaar die de het technische idee vertaalt naar een leesbare tekening en een bestekschrijver die het hele werk uiteenrafelt tot behapbare brokjes informatie in het bestek. En dat uiteraard in samenspraak met de opdrachtgever.
De tekenaar met ervaring begeleidt een beginnend tekenaar. Via een eenvoudig stappenplan wordt hem (of haar!) verteld hoe je het beste een tekening kunt opzetten.
Ik doe hetzelfde met een beginnende bestekschrijver. Hoe zet je een bestek op, hoe bepaal je de hoeveelheden, hoe maak je er een logisch verhaal van? En als er dan een eerste versie van het bestek gemaakt is, nemen we die samen rustig door. Dat kost dat misschien een paar uur overleg; maar je weet vervolgens wel waarom sommige dingen goed en andere dingen minder goed zijn.
Samenvattend: een civiel ingenieur is dus eigenlijk een inrichter van de openbare ruimte. En, zeg nou zelf: wat is er mooier om straks over een weg te rijden, over een fietspad de zoeven, of in je nieuwe woonwijk te lopen en te bedenken: “dat heb ik voor elkaar gekregen”.